Steeds meer bewonersinitiatieven exploiteren een wijkrestaurant. Zo’n wijkrestaurant is vaak een plek waar buurtbewoners tegen een lage prijs maaltijden koken voor hun medebuurtbewoners, en waar ontmoeting voorop staat. Ook is het goede reclame voor je organisatie. Maar waar moet je rekening mee houden als je een wijkrestaurant begint?
Eenzaamheid bestrijden met goedkoop eten, bereid door mensen die geen werk kunnen vinden. Zo’n concept ligt aan de basis van veel sociale restaurants in Nederland. Bijvoorbeeld die van pionierend buurthuis ONS in Breda. Er komen meerdere elementen samen: de restaurantfunctie, werkgelegenheid, verbondenheid, integratie en sociale cohesie. Op welk element de nadruk ligt, verschilt per restaurant.
Hetzelfde geldt voor het aanbod. Waar je in het ene restaurant terecht kunt voor een kop koffie en een broodje, bieden andere complete driegangenmaaltijden aan voor een paar euro. In het Utrechtse buurthuis in zelfbeheer De Nieuwe Jutter bieden wijkbewoners bijvoorbeeld een volledige lunch van drie gangen aan voor 3,50 euro. Voor bezoekers van het pand is de drempel op die manier zo laag mogelijk, waardoor bewoners van jong en oud aan kunnen schuiven als ze willen. Aan de tafel ontstaat contact, wat de deelnemers aan hun eigen eettafel niet zouden vinden.
Een wijkrestaurant hoeft niet alleen een nuttige functie te vervullen aan de bezoekerskant. Veel keukens draaien op vrijwilligers, maar op sommige plekken bieden zij ook de ruimte voor werklozen om aan de slag te gaan. In een regelarme zone zoals de gemeente die instelde in Breda, zijn het mensen zonder baan die de maaltijden bereiden en klanten bedienen. Zij werken met behoud van uitkering, terwijl hun sollicitatieplicht vervalt. Het geld dat wordt verdient met het restaurant, kunnen zij gebruiken als opleidingsbudget. Zo is het wijkrestaurant een manier om ervaring en kennis op te doen, en op de langere termijn terug te keren naar de arbeidsmarkt. Ook is het wijkrestaurant een plek voor maatschappelijke stages, voor (probleem)jongeren, voor dagbesteding voor mensen met een beperking, of kan het fungeren als leerwerkbedrijf.
Een goed plan dus, zo’n wijkrestaurant. Maar er komt nogal wat kijken bij het starten van een dergelijk concept. Het opzetten van een wijkrestaurant vergt een gedegen voorbereiding, met marktonderzoek en een businessplan. Is er behoefte aan een sociale eetplek in de buurt? Wat is het budget van je doelgroep? Is een goedkope maaltijd überhaupt te realiseren op deze plek, met deze mensen en met horeca die jou wellicht als concurrent gaat zien? Eenmaal opgestart zijn kwaliteit en continuïteit zijn cruciaal voor het voortbestaan van het restaurant en het aantrekken van klanten. Wil je een wijkrestaurant starten? Hou dan rekening met onderstaande do’s en don’ts:
Het wijkrestaurant heeft sterke raakvlakken met het Resto VanHarte-concept. Resto vanHarte maakt gebruik van verschillende locaties – met name scholen en buurthuizen – waar een kleine crew op locatie één of twee avonden per week een goedkoop driegangendiner verzorgt voor buurtbewoners.
Wat is een juist prijsbeleid? Hoe ziet de dekkende exploitatie van een succesvol wijkrestaurant eruit? Waar komt het geld vandaan? De brochure ‘Van de kook – Succesvol ondernemen in wijkrestaurants’ zet een drietal leerzame voorbeelden op een rij, die ter inspiratie kunnen dienen voor het al dan niet beginnen van een wijkrestaurant.
Download Van de Kook