Het ministerie van BZK heeft bekend gemaakt dat er extra geld komt voor de buurthuizen om de enorm gestegen energielasten te compenseren. Dat geeft op termijn meer lucht aan de duizenden ontmoetingsplekken in Nederland. Dat dat geen dag te laat komt, onderstreept ook de uitslag van een onderzoek onder ruim 500 buurt- en dorpshuizen dat LSA samen met de LVKK uitvoerde. Daaruit kwam naar voren dat ruim 70% van de buurt- en dorpshuizen financieel in de problemen komt en dat de stijging van de energielasten gemiddeld 113% bedraagt.
We zijn dan ook blij met de aandacht van minister Hanke Bruins Slot voor deze belangrijke voorziening in de wijken en dorpen van Nederland. Met het extra geld hebben gemeenten en provincies de mogelijkheid om voorzieningen met een maatschappelijke functie extra te ondersteunen als dat nodig is. Bijvoorbeeld buurt- en dorpshuizen die te maken hebben gekregen met hoge energiekosten.
De compensatie wordt uitgekeerd aan de gemeenten en provincies. Zij krijgen de komende jaren tot 2027 tot 400 miljoen per jaar extra uitgekeerd. Dat geld is gemeenten en provincie naar eigen inzicht te besteden. De middelen komen naar verwachting in maart 2023 beschikbaar aan gemeenten. In de tussentijd wordt per gemeente gewerkt aan plannen om deze middelen op de beste manier te verdelen. Het is voor besturen van ontmoetingsplekken dus belangrijk om goed in contact te blijven met hun gemeente hierover.
“Het is nog niet precies duidelijk hoe het geld binnen de gemeenten besteed moet worden en waarvoor de buurthuizen het mogen inzetten. Dat wordt de komende tijd uitgewerkt. Als LSA bewoners en de LVKK zitten we wel aan tafel om hierover mee te praten. Onze inzet is dat het geld komt op plekken waar het het hardst nodig is en gericht is op zowel financiële verlichting op de korte termijn en verduurzaming ook de verduurzaming op de lange termijn mogelijk maakt”, legt Thijs van Mierlo van LSA uit.
Zodra er meer bekend is over de uitwerking van deze compensatie delen we dit via onze website. In de tussentijd kun je meer lezen over het onderzoek op de website van dorpshuizen.nl.