Nederland kent duizenden ontmoetingsplekken. Ze vormen het kloppende hart van iedere buurt. Plekken waar bewoners elkaar ontmoeten, activiteiten op poten zetten en nieuwe ideeën en initiatieven starten. En dat is niet het enige. Gebouwen in eigendom van de buurt dragen bij aan betere voorzieningen en vormen een bron van inkomen. Daarmee kan een buurt nog beter werken aan haar maatschappelijke doelstellingen. Toch staan al deze ontmoetingsplekken onder druk. Bezuinigingen, slecht toegankelijke financiering en druk van de markt maken het lastiger ontmoetingsplekken te verwerven en behouden. Daar willen we als LSA iets aan doen.
Gemeenten zien ontmoetingsplekken vaak vooral als kostenpost en wegen de maatschappelijke waarde ervan niet mee. We zien daardoor ontmoetingsplekken verdwijnen omdat ze plaats moeten maken voor bijvoorbeeld woningen of commerciële activiteiten. Door bewoners te steunen hun eigen ontmoetingsplek in beheer te nemen en waar mogelijk ook het gebouw te kopen, willen we ervoor zorgen dat iedere buurt blijvend de beschikking heeft over plekken om elkaar te ontmoeten. Daarom pleiten we ervoor niet de marktwaarde van deze gebouwen leidend te maken, maar de activiteiten en de meerwaarde die het daardoor biedt aan al die bewoners. Daarnaast ontwikkelen we nieuwe businessmodellen voor ontmoetingsplekken en werken we aan het toegankelijker maken van financiering.
Plekken om elkaar te ontmoeten zijn van onschatbare waarde. Dat vinden niet alleen wij. Stadssocioloog Eric Klinenberg beschrijft in zijn boek ‘Palaces for the people’ wat je ziet en voelt gebeuren in buurthuizen en wijkgebouwen. Daar ontstaan gemeenschappen. En in sterke gemeenschappen zijn mensen gezonder, daalt criminaliteit, bloeit economie op en wordt tolerantie de norm.
In de eerste plaats hielpen we talloze bewonersgroepen met het beheren en aankopen van een eigen gebouw? Maar dat is niet het enige dat we deden. Hieronder lees je hoe we ons de afgelopen jaren hard maakten voor het behoud van ontmoetingsplekken:
Oorspronkelijk waren veel buurthuizen onafhankelijk. Dat verandert in de jaren ’80 als veel buurthuizen onder invloed van grote bezuinigingen opgaan in grote welzijnsinstellingen. Wijkhuizen gaan professioneel verder. Hun onafhankelijkheid wordt ingeruild voor een gesubsidieerd bestaan en hun beheer wordt gedaan door professionals. Totdat dertig jaar later een financiële crisis uitbreekt. Inmiddels volledig afhankelijk van structurele subsidies en professioneel beheer worden de bezuinigingen die volgen op de kredietcrisis veel buurthuizen fataal. Het gevolg: vele buurthuizen sloten hun deuren. Maar veel actieve bewoners wilden niet lijdzaam toezien dat de buurt haar enige ontmoetingsplek zou verliezen. Daarom lanceerden we bij LSA we het project Beheer je buurthuis. Hiermee werkten we aan een nieuwe toekomst voor buurthuizen: die van zelfbeheer.
Voor een kansrijke toekomst is een buurthuis nieuwe stijl nodig. Een buurthuis dat nauw aansluit op de behoeftes uit de wijk, belangrijke publieke functies combineert en steeds meer ingericht is als een onderneming. Maar ook een gemeente die buurthuizen de tijd geeft om op eigen benen te staan en – waar nodig – ruimte geeft op de soms verstikkende regels voor bewonersinitiatieven. Binnen het project Beheer je buurthuis steunden we 6 pioniers, legden een kennisbank aan voor zelfbeheerinitiatieven en inspireerden vele buurthuizen en hun gemeente om samen te werken aan een buurthuis nieuwe stijl.
Loskomen van subsidies is voor veel ontmoetingsplekken van groot belang om duurzaam een plek voor de buurt te kunnen organiseren. Dat is niet zo eenvoudig. Ontmoetingsplekken willen toegankelijk zijn voor iedereen, zeker ook voor mensen met een kleine portemonnee. De huur van een ruimte of de prijs van koffie wordt bewust laag gehouden. Toch zijn er andere manieren om je eigen inkomen te verdienen. Denk bijvoorbeeld aan vaste verhuur aan een sociaal wijkteam, het meedoen in aanbestedingen van andere overheidsopdrachten of een horeca functie. Voor iedere ontmoetingsplek ziet het verdienmodel er weer net wat anders uit.
Al meerdere jaren monitoren we, door middel van onderzoek, hoe de ontwikkeling van deze verdienmodellen verloopt. We zien in die jaren een stevige groei van het verdienvermogen van deze ontmoetingsplekken. Je kunt dus zeggen het ondernemerschap bij de meesten steeds beter lukt. LSA adviseert, organiseert diverse trainingsprogramma’s en deelt succesvolle voorbeelden van ondernemende ontmoetingsplekken.
De economische waarde van een ontmoetingsplek wordt door de markt bepaald. De huur- of verkoopopbrengst van gebouwen zijn inkomsten voor het ‘vastgoedbedrijf’ van de gemeente. De winst stroomt de algemene middelen in. De meeste gemeenten gaan uit van maximale marktwaarde van gebouwen. Wordt zo’n gebouw meer waard? Dan ‘moet’ de prijs dus hoger. Kunnen bewoners of organisaties dat niet meer betalen? Dan dichten gemeenten dat gat op de vastgoedbegroting met subsidie. Bijvoorbeeld van de afdeling welzijn. Dit systeem heeft een aantal nadelen: Je hebt als bewoners namelijk subsidie nodig voor ontmoeting. En dat verkleint de ruimte om ‘zomaar’ iets te doen. Ook wordt de invloed van de gemeente op de gemeenschap groter, die moet de subsidie tenslotte verstrekken. Hoge huur belemmert kansen voor samenwerking en bereikbaarheid. Zo kan een jongerenwerker vanwege de kosten bijvoorbeeld geen spreekuur meer houden in het buurthuis
Wij denken dat we de fixatie op marktwaarde los moeten laten en moeten sturen op meerwaarde. Dat vraagt om een complexere, maar ook betere verantwoording: kwalitatief, ter plekke, met indicatoren voor welzijn. Daarom organiseerden we in 2021 de campagne ‘Geen marktwaarde, maar meerwaarde’. We maakten inzichtelijk hoe onlogisch de fixatie op de marktwaarde is en verzamelden manieren en voorbeelden hoe je kunt sturen op meerwaarde. Samen met 150 maatschappelijke organisaties, bestuurders, actieve bewoners en andere betrokkenen deden wij een oproep aan alle nieuwe gemeentebesturen: red onze ontmoetingsplekken. Versterk onze gemeenschappen door maatschappelijke vastgoedprijzen te verlagen.
Steeds meer bewonersgroepen kopen een eigen gebouw. De financiering daarvan kan lastig zijn. Bovendien krijg je vaak te maken met partijen die de wereld van ontmoetingsplekken niet begrijpen. Daarnaast moet je als organisatie in staat zijn de lasten te dragen, zoals het onderhoud van het pand of onvoorziene kosten. Om de toegang tot financiering voor ontmoetingsplekken te verbeteren, werkten we in 2021 en 2022 samen met Stichting DOEN, Katalys en Social Enterprise NL aan aan passende financiering om als ondernemend bewonersinitiatief een eigen pand aan te kopen of langdurig te huren. We deden dat binnen het project ‘Social finance for community based social enterprises’.
Naar aanleiding van dit project zijn we met tien partijen bezig om een nieuwe organisatie op te richten die of – maatschappelijk – vastgoed aankoopt en dit verhuurt aan bewonersbedrijven of leningen verstrekt aan bewonersbedrijven die zelf het vastgoed willen aankopen. Op deze manier kunnen wij onze impact vergroten en meer bewonersbedrijven helpen hun pand zeker te stellen voor de toekomst.
Mede dankzij onze inspanningen is zeggenschap over en eigenaarschap van bewoners over eigen gebouwen een logische stap geworden. Er is meer kennis over beheer, verdienmodellen en financiering. Maar we zijn er nog lang niet. De druk op gemeenten om voldoende nieuwe woningen te creëren zorgt ervoor dat ook ontmoetingsplekken onder druk blijven staan. Ook de stijgende energielasten zorgen ervoor dat het voor buurthuizen steeds lastiger wordt om de rekeningen te betalen. De komende jaren zullen we ons blijven inzetten om het maatschappelijk vastgoedbeleid van gemeenten te beïnvloeden, met als doel de maatschappelijke meerwaarde voorop te stellen. We zetten ons in voor voldoende financiële steun bij het verduurzamen van de gebouwen en het compenseren van gestegen lasten. En we blijven onverminderd doorwerken aan het ondersteunen van bewonersgroepen bij het ontwikkelen van hun eigen plek in de buurt.