• Uitleg

5 alternatieve financieringsvormen

Bij financieringsvormen voor bewonersinitiatieven gaat het vaak over subsidies en fondsenwerving. Maar er bestaan ook financieringsvormen waar je misschien nog niet eerder aandacht hebt. In dit artikel beschrijven we 5 alternatieve financieringsvormen. Een gezonde financiering kan betekenen dat kiest voor een mix van vormen voor je initiatief of project. Een project kan ook indelen worden opgesplitst die allemaal apart worden gefinancierd. Per project zal die mix verschillen.

1. Crowdfunding

Bij crowdfunding haal je geld op bij mensen die betrokken zijn bij of sympathie hebben voor jouw initiatief. Dat geld ophalen kan op verschillende manier. Bijvoorbeeld door onvoorwaardelijke giften, voorwaardelijke vormen als lidmaatschappen of stemrecht in het project. Crowdfunding is een van de meest voorkomende vormen van financiering. Voor kleinere en buurtgerelateerde projecten is het dan ook een zeer geschikte vorm. De inbreng van geld versterkt de betrokkenheid bij het project. De keerzijde is dat de zeggenschap van je initiatief of project zich verbreedt en dat dat gevolgen kan hebben voor de doelstellingen van je project. Bedenk voor je aan crowdfunding begint hoe je de koest van je project denkt vast te houden en hoeveel je bereid bent ‘af te staan’ aan de buurt.

2. Leveranciersdeelname

Leveranciers kunnen ook een bron van financiering zijn door te participeren in een project. Is er groenvoorziening gewenst? Dan wil wellicht een hoveniersbedrijf zijn naam verbinden aan het project. In zo’n geval kan een leverancier een aanzienlijke publiciteitswaarde incalculeren bij zijn investering. Daarbij kan tussen initiatiefnemers en leverancier een (terug-)verdienmodel worden afgesproken. Zo worden de kosten verspreid over gecalculeerde publiciteitswaarde, de investering door de leverancier en schenking in man-uren van de leverancier.

3. Particuliere investering

Er is veel particulier geld in de samenleving. Maar hoe bereik je die potentiële particuliere investeerders? Daarvoor bestaan bemiddelaars die voor een ‘fair share’ je aan contacten wil helpen. Dat kan een opstapje zijn. Maar het is beter om gewoon rond te vragen. Je bent meestal maar enkele menselijke schakels verwijderd van zo iemand. Bedenk vantevoren welk type financier het beste bij je zou passen: een privé-particulier of een institutioneel particulier.

  • Privé-particulier. Zo zal een vermogende misschien rendement willen hebben en daarom ook een dekking als zekerheidsstelling. Beter is om te zoeken naar vermogen dat een sociale bestemming zoekt van vermogenden die niet zitten te wachten op nog meer vermogensaanwas. In de meeste gevallen zullen zij anoniem willen blijven. Een privépersoon hoeft meestal geen verantwoording af te leggen, waardoor de besluitvorming eenduidiger wordt.
  • Institutioneel particulier. Bij een institutioneel particulier moet je denken aan een institutioneel belegger, investeerder, verzekeraar of bank. Institutionele financiers hebben een complexere besluitvormingsstructuur. Bovendien hebben zij hun eigen bedrijfsdoelstellingen. Een belegger heeft mogelijk andere doelen dan een investeerder, verzekeraar of bank.

Het is goed om vooraf grondig af te wegen welk type financier past bij het project. Hoe groter het ingebrachte bedrag, hoe ingrijpender de gemaakte keuze het project gaat beïnvloeden.

4. Vastgoedindexatie

Vastgoedindexatie is een financieringsvorm die in Nederland nog niet veel voorkomt. Het houdt in dat de waardestijging die ontstaat voor vastgoed rondom een aangepakte straat of park wordt terugbetaald in de vorm van een extra belastingtoeslag. In New York wordt hier al volop mee geëxperimenteerd. Die extra waarde wordt jaarlijks bepaald. De wijken waar dit gebeurt, worden Business Improvement Districts (BID) genoemd. Het BID-model in de VS wel bedoeld voor het afdekken van overheidsinvesteringen, niet voor bewonersinitiatieven. Hoewel er met afnemende overheidssubsidies meer interesse is in deze vorm van financiering zal het nog even duren voor het hier zo ver is. Zeker als de revenuen deels ten goede moeten komen aan bewonersinitiatieven. Naast de overheid investeren immers ook zij in de waardevermeerdering van de wijk, de panden en mogelijk klandizie van de aanliggende ondernemers.

5. Afboeken

In veel bewonersinitiatieven speelt ruimte een cruciale rol. Het gaan dan om een onbebouwd terrein of een leegstaand pand. Er zijn in veel steden mensen met ideeën en tijd om dergelijke bevroren plekken en ruimten tot leven te wekken. De boekwaarde van de grond of het pand staat een hernieuwde exploitatie echter vaak in de weg. De vijfde vorm van financiering van bewonersinitiatieven is dan ook het terugbrengen van de boekwaarde naar de reële waarde. Wat ‘reële waarde’ is, is alleen lastig te bepalen.

In feite moeten vooral overheden die vastgoed in beheer hebben worden aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. Vastgoed is namelijk niet van ‘de gemeente’ of ‘het rijk’. Het is in stenen verpakt belastinggeld en heeft daarmee net zo’n brede inzetbaarheid als na verkoop verkregen geld. Een pand of terrein kan door de overheid dan ook sociaal worden ingezet om bepaalde ontwikkelingen in buurten of wijken te stimuleren of faciliteren. Een passend financieel model kan daar deel van uitmaken. Maar pas nadat van het pand de maatschappelijke waarde is bepaald.

Tips

Tot slot een aantal tips als je aan de slag gaat met financiering voor je initiatief:

  • Geld op privérekeningen. Zet geen geld op privérekeningen van de initiatiefnemers, als dat al door de geldverstrekker wordt toegestaan. Voorkom de schijn van belangenverstrengeling, ook al vind je jezelf nog zo oprecht.
  • Zorg voor goed toezicht. Zet een goede bestuurs- en toezichtsstructuur op als je met geld van derden gaat werken. Het maakt je kans op externe financiering groter en de kansen op malversaties kleiner.
  • Inzage in de boekhouding. Een inzichtelijke boekhouding is een must als je met geld van derden gaat werken. Immers een burgerinitiatief ligt onder een vergrootglas. En inzage in de boekhouding moet zonder problemen mogelijk zijn.
  • Laat je adviseren. Laat je vooraf goed juridisch en financieel adviseren. Probeer een adviseur te vinden die dat kosteloos wil doen. Immers de normale tarieven van dergelijke adviseurs zijn voor burgerinitiatieven onbetaalbaar.
  • Houd rekening met verlies aan zeggenschap. Hoe meer extern geld, hoe meer externe bemoeienis. Veranker het gedachtengoed, je principes, goed, voordat je de deur voor derden te ver open zet.
  • Eigen inkomen. Met de financiering van een burgerproject vergeten de initiatiefnemers dat ze zelf ook moeten ook leven. Zij durven vaak, omdat ze ‘idealist’ zijn, hun eigen belangen niet in te brengen. Zorg dat je eigen inkomen wordt meegefinancierd. Kan dat niet? Dan is de financier niet de juiste partij.
  • Rendementsdenken. Hou rendementsdenken weg uit de financiering. Voor financiers die rendement willen maken, zijn er tal van andere investeringsmogelijkheden. Wijs de financierende partij erop dat je participanten zoekt, geen leveranciers van geld.

Gerelateerd