Bewonersinitiatieven die bij hun gemeente op zoek gaan naar financiële steun voor hun bijdrage aan de lokale energietransitie, krijgen vaak te maken met aanbestedingen. Die zijn gebaseerd op concurrentie, terwijl bewoners vaak liever samenwerken met de gemeente. Kan dit niet anders? In een serie artikelen laten we zien dat er andere routes bestaan naar langetermijnfinanciering door de gemeente.
In dit eerste deel: de mogelijkheden
We horen het al langer van bewonersinitiatieven, zeker in de energietransitie: in gesprekken met gemeenten komt aanbesteding vaak als eerste en enige optie op tafel. De voorwaarden van zo’n tender passen vaak niet bij de realiteit van bewonersorganisaties.
In samenwerking met Energie Samen en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) organiseerden wij afgelopen tijd gesprekken en bijeenkomsten over de alternatieve routes die bestaan om langetermijnfinanciering te organiseren. Hieronder vind je de belangrijkste tips en adviezen over alternatieve langdurige financiering, die uit die gesprekken kwamen.
Subsidie is voor de gemeente hét instrument om beleidsdoelen te bereiken. Het valt onder het subsidierecht. Het is een manier om activiteiten of gedrag te realiseren vanuit het algemeen belang en waarbij het economische belang niet direct voor de hand ligt. Wanneer je diensten levert als bewonerscollectief die binnen de beleidsdoelen passen, kan de gemeente dit dus steunen op basis van een subsidiebeschikking. Bij een subsidie mogen de inkomsten wel ietsje meer zijn dan het kost, maar wordt geen winst gemaakt.
-> Lees hier verder over de verschillen tussen subsidie en inkoop.
Met het right to challenge kunnen bewoners zeggen: die publieke taak kunnen wij net zo goed of misschien wel beter of goedkoper uitvoeren. We gebruiken de kennis en talenten van buurtbewoners om iets voor elkaar te krijgen. Daarmee bereiken we meer doelen dan het doel van de publieke taak alleen. Samen maken we met dezelfde middelen meer waarde.
Komen bewonersinitiatieven daarmee tegenover hun gemeente te staan? Wat ons betreft niet. Een overheid die de kracht van de samenleving goed wil benutten juicht een dergelijke opstelling van georganiseerde bewoners toe. Let op: vanaf 1 januari 2025 verandert de wet. Iedere gemeente is dan verplicht te omschrijven hoe bewoners het right to challenge kunnen gebruiken in hun gemeente.
-> Hier lees je meer over Right to Challenge
Dit is eigenlijk een variant op 1. Bij een begrotingssubsidie kan de gemeenteraad zelf een partij of initiatief kiezen door deze te benoemen in de begroting voor de uitvoering van een bepaalde activiteit. Dat is dan een democratisch gelegitimeerde keuze. Als er verder geen andere gegadigden zijn die aan de wensen voldoen, mag een uitvoering direct verstrekt worden aan één partij door een gemeente.
SAS staat voor Sociale en Andere Specifieke diensten. Dit zijn diensten die ‘een beperkt grensoverschrijdend karakter hebben’, dus: lokaal gewortelde diensten die minder geschikt zijn voor partijen buiten de gemeente. De gemeente heeft dan veel ruimte om de gunningsprocedure naar eigen inzicht in te richten. Daarbij is er wel een drempelwaarde van 750.000 euro. Onder dat bedrag mag de gemeente de opdracht direct gunnen en is zelfs een zogenaamde meervoudig onderhandse procedure van drie offertes niet nodig. Boven de drempelwaarde wordt nog steeds via concurrentie gekozen.
Als gemeente kan je een bewonerscollectief als Dienst Algemeen Economisch Belang (DAEB) aanwijzen. Hierdoor hoeven gemeenten niet zelf elke dienst of product aan te besteden maar geven ze deze in handen van een (energie)collectief, of bewonersinitiatief. De DAEB wordt gebruikt om mogelijke overtreding van staatsteunregels te voorkomen. Juristen zijn er nog niet over uit of een DAEB echt nodig is voor bewonerscollectieven, die gezien hun lokale karakter minder snel de Europese markt verstoren. Maar zolang daar nog geen eenduidigheid over is kunnen gemeenten nog wel deze route kiezen.
De gemeente Hilversum heeft bijvoorbeeld HilverZon aangewezen als DEAB, waardoor zij als energiecoöperatie kunnen bouwen aan een basisstructuur en aan de slag kunnen met meerjarige energieprojecten in de gemeente.
-> Lees hier verder over HilverZon
Opgroeiruimte is nog niet vastgelegd in formeel opgroeirecht, maar wordt als principe op een paar plekken in het land al wel toegepast. Het is het informele recht van een bewonerscollectief om toe te groeien naar een organisatie die uiteindelijk iets (bijvoorbeeld een warmtenet) in zelfbeheer kan organiseren en exploiteren. De opgroeiruimte houdt in dat bewoners en gemeente samen stap voor stap kunnen groeien in hun volwassenheid tijdens het steeds verder uitwerken van het project. In Zwolle is de gemeente in samenwerking met een platform van bewonerscollectieven de samenwerking aangegaan vanuit het idee van opgroeiruimte.
Gemeenten kunnen 50% lokaal eigendom (een doel uit het klimaatakkoord) vertalen naar hun beleid. Bijvoorbeeld de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe10 is opgericht door betrokken burgers om op democratische wijze een actieve lokale bijdrage te leveren aan een energievoorziening die duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar is. Burgers investeren in windmolens in hun omgeving en burgers gebruiken zelf de opgewekte energie van de windmolens in hun omgeving. Deze windmolens konden gerealiseerd worden omdat de gemeente Geldermalsen het streven naar 50% lokaal eigendom vertaald heeft naar hun beleid.
-> Deel 2: agenderen voor bewonerscollectieven. Wat kan je als bewonerscollectief doen om deze alternatieven voor financiering te agenderen in de gesprekken met je gemeente?
-> Deel 3: agenderen voor gemeentes. Wat kan je als gemeente doen om deze alternatieven te gaan bespreken met bewonerscollectieven?
-> Meer tips en handvatten voor inkoop duurzame energie van het expertisecentrum aanbesteden
-> ‘Zelfbeheer in de warmtetransitie‘ een co-creatie van Energie Samen – LSA en Duurzaamdoor