Met het right-to-challenge, uitdaagrecht, kunnen bewonersinitiatieven naar hun gemeente stappen en zeggen: ‘die publieke taak, dat kunnen wij prima zelf. Dus laat het ons het zelf doen, met het bijbehorende budget.’ Vorige week lieten twee bewonersinitiatieven uit Haarlem zien hoe zij hun right-to-challenge hadden aangepakt aan een delegatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties. LSA bewoners keek mee.
Hij was maar gewoon aan de slag gegaan in de 750 meter lange, smalle groenstrook, bij hem in de buurt. Dat viel niet mee, want bij elke schep de grond in stuitte Jan Appel op het onderliggende puin en asfalt. Het was lastig om er iets goed aan het groeien te krijgen. Maar Appel zag ook dat de Oude Amsterdamsebuurt wel wat meer groen kon gebruiken en tuinierde rustig door. Al snel sloten andere bewoners zich aan. Een buurman die een berkenboompje kwam doneren, kreeg een spade in de hand: ‘prima, zet hem er maar zelf in.’ Hij sloot zich aan en samen met hem nog een heel clubje uit de buurt.
De samenwerking met de gemeente was er altijd al zegt hij, maar dan informeel. De groendienst Spaarnelanden snoeide jaarlijks de haag die de Esplanade scheidt van de weg en voerde het groenafval af. Een keer verving de dienst zelfs de hele heg, die het ook niet had gered op de onvruchtbare grond.
Zonder schoffelen, eigen beheer
Appel zag hoe de buurtbewoners met groene vingers elkaar elke dinsdag wisten te vinden in de tuin. Ze fantaseerden over de mogelijkheden ‘hun’ stuk groen. Het kon anders, bedachten ze, met inheemse planten en struiken, en volgens de ‘no dig’ principes. Met nieuwe soorten, maar zonder te schoffelen, zo zouden ze de strook natuurlijker, wilder en meer vruchtbaar kunnen maken. Maar dan moesten ze de Esplanade wel zelf kunnen beheren.
Om dat voor elkaar te krijgen daagde de club bewoners hun gemeente uit. Die was welwillend. In Myrna Wiggers, projectleider Overheidsparticipatie en Uitdaagrecht van de gemeente Haarlem vonden de bewoners een goede ‘vertaler’. Zij bracht de ideeën en wensen van de bewoners onder de aandacht van de gemeentelijke diensten die zich bezighouden met groen en ruimtelijke ordening.
En dat was handig, want ondanks alle goede bedoelingen, flexibiliteit en de wil om te experimenteren ging er ook wel eens wat mis. De bosmaaier bijvoorbeeld die de gemeente aan de bewoners gaf, moesten ze daarna toch weer teruggeven. Daar bleek je namelijk een diploma voor nodig te hebben. Iedereen op cursus en toen kon bosmaaier weer terug. Probleem opgelost. In november 2023 werd de beheersovereenkomst getekend. Vanaf dat moment kregen de bewoners de groenstrook zelf in beheer.
Rechtsvorm
Wat was er geleerd? Volgens Jan Appel hadden ze achteraf wel wat beter kunnen nadenken over de rechtsvorm. Nu verloopt de financiële afhandeling via hem. Niet gebruikelijk en niet ideaal, zegt hij, maar soms loopt het zoals het loopt. De gemeente geloofde in het initiatief en koos in zijn geval voor de pragmatische oplossing. Hij zou dat nu wellicht anders doen en kiezen voor een duidelijkere rechtsvorm.
Inhuren professionals
Dat ze de grond inmiddels goed snappen, betekent niet dat de bewoners ook zelf een graafmachine kunnen besturen. Die moet dus ingehuurd worden. Goed vooraf bedenken wat je zelf kunt doen en wat je nodig hebt aan professionele inhuur, nadat je zelf gaat beheren, geeft Appel mee aan anderen. Maar na al die jaren van overleggen en uitleggen constateert Appel wel, dat steeds meer Haarlemse ambtenaren een hart voor groen hebben. En ook steeds beter begrijpen hoe bewoners dat zelf kunnen doen.
Let op: 1 januari 2025 verandert de wet. Vanaf dat moment is het uitdaagrecht niet meer vrijblijvend en moeten gemeentes duidelijk omschrijven hoe bewoners hun right-to-challenge kunnen inzetten.
Lees meerAl snel nadat het oude Posthuis in het Zaanenpark was afgebrand, startten de overburen een crowd-funding voor de herbouw. De buurt had een ontmoetingsplek nodig, daar waren de meeste buurtbewoners het over eens.
Ze zagen het al voor zich: een plek waar ze terecht konden voor gezamenlijke activiteiten. Klaverjassen, muziekavonden, of samen eten, jong en oud door elkaar, in een pand dat duurzaam gebouwd is. Maar dat pand, of eigenlijk het restant ervan, was toen nog in eigendom van de gemeente. En om precies te kunnen bouwen en doen wat ze voor ogen hadden, wilde de buurt het pand in eigen beheer.
Maatschappelijk vastgoed
De onderhandelingen daarover liepen in eerste instantie stroef. Bij het verkopen van het eigen maatschappelijk vastgoed was de gemeente aan strenge regels gebonden. Het lukte de partijen niet om daar doorheen te breken. Met het uitdaagrecht sloegen zowel bewoners als de gemeente een andere weg in. Vanaf dat gingen ze op zoek naar gezamenlijke belangen. In plaats van vooral te richten op de aankoop van het pand, daagden de bewoners de gemeente uit om de sociale functies van het buurthuis over te mogen nemen van de gemeente. Eigendom van het posthuis was daar cruciaal in, betoogden ze.
‘Omgevingssympathie’
Het wederzijds begrip groeide en de gemeente zegde uiteindelijk toe het pand voor een symbolisch bedrag te verkopen aan de nieuwe Stichting Posthuis Zaanenpark. Die besloot bij het maken van de plannen goed te luisteren naar de wensen van de buurt. Zo werd de bouwhoogte beperkt tot de nok van de hoogste woning in de straat. Zonder een enkel ingediend bezwaar werden de plannen voor het nieuwe buurthuis goedgekeurd door een unaniem enthousiaste gemeenteraad.
Op dit moment wordt er nog hard verbouwd, maar in mei 2025 verwacht de deuren van het Posthuis open te gaan voor de buurt. En die verbouwing, die wordt voor een groot deel ook gedaan door buurtbewoners met kennis van constructie en bouwen, samen met vrijwilligers. Zo bespaarde de stichting zo’n 160.000 euro op de bouwkosten, zegt Henk Jansma, Voorzitter van Stichting het Posthuis. De gunfactor is ook hoog, merkt hij: die stapel hout rechts op de foto hierboven, die hebben ze via via geregeld. En de trap naar de nieuwe zolder, die gaat door een mooi prijsje ingebouwd worden door een trappenbouwer die enthousiast werd van het nieuwe Posthuis.
Vastgoed zonder risico
Met de exploitatie van de ruimte lijkt het door alle vrijwilligers – en door de aanloop vanuit de buurt goed te gaan komen. In de zijkant van het pand komt bovendien een klein koffiebarretje, een idee van een ondernemer uit de buurt. Maar mocht het de stichting niet lukken om aan de sociale doelstellingen te blijven voldoen en het pand succesvol te beheren, dan is afgesproken dat de gemeente het pand kan terugkopen voor de originele, symbolische prijs. Een prachtig pand, dat straks ook nog eens energiepositief is en ongetwijfeld in waarde gaat stijgen. Zo sloot de stichting niet alleen hun eigen risico uit, de gemeente ziet ook gegarandeerd dat het vastgoed voor lange tijd een maatschappelijke functie houdt.
Lees hier meer over het right-to-challenge