Nederland heeft er sinds een aantal jaren een nieuwe doelgroep bij: de eenzamen. Eenzaamheid lijkt bijna op een soort aandoening. Iets wat je opgelopen hebt of waar je mee behept bent. Eenmaal gelabeld als eenzame ben je opeens niet meer degene die je je hele leven was. Iemand met hebbelijkheden en onhebbelijkheden, iemand met voorkeuren en talenten, met bezigheden en een eigen wil, iemand die ergens woont, met buren. Iemand die naar school gaat, collega’s heeft, van soaps houdt, die zich ergert aan de bal die in de tuin geschoten wordt, die blij wordt van het goedemorgen van de caissière van de Coop. Nee, je bent nu in de eerste plaats eenzaam. En dus zielig.
Er zijn ook ‘niet-eenzamen’. Daar horen ook de mensen bij die proberen je van je eenzaamheid af te helpen. Met de beste intenties, dat wel. Een heel leger aan professionals en ambtenaren. Van gemeente tot welzijnsorganisatie, GGZ en plaatselijke bibliotheek. Van provincie tot kenniscentra en onderzoeksbureaus. Er wordt van alles uit de kast gehaald om eenzaamheid te bestrijden, tot gemeentelijke prioriteit te verklaren, op de agenda te krijgen. Er zijn eenzaamheidsprogramma’s, een Eenzaamheid-Informatie-Centrum, een handreiking voor een lokale aanpak van eenzaamheid mét stappenplan en een checklist eenzaamheidsaanpak. Er zijn lokale task forces, eenzaamheidstafels, sociaal-cognitieve trainingsinterventies, eenzaamheidsweken en coalities tegen eenzaamheid. Bij voorkeur ‘integraal’, dan trekken professionals van verschillende organisaties samen ten strijde.
Natuurlijk is het een reëel probleem dat zoveel mensen in onze westerse wereld zich eenzaam voelen. Maar de vraag is of de meeste van de huidige anti-eenzaamheidsacties en -propaganda daar iets aan veranderen. Vooral de inspanningen die gericht zijn op het zieligheidsframe: het spotten en helpen van eenzame mensen door niet-eenzame mensen. Het zieligheidsframe heeft de volgende kenmerken:
Wat wel verschil kan maken, zijn de initiatieven en praktijken die zich niet op eenzaamheid als probleem richten en op de doelgroep ‘eenzamen’, maar op het creëren van betekenisvolle relaties op buurtniveau. Los van de vermeende tegenstellingen eenzaam/niet eenzaam en kwetsbaar/niet kwetsbaar. Initiatieven die gericht zijn op duurzame relaties in buurten. Het bouwen aan gemeenschappen waar iedereen welkom is, hoe eigenaardig je ook bent en hoe weinig sociaal contact je ook aan kunt. En initiatieven die zich richten op het ontdekken van wat iedereen te bieden heeft vanuit de gedachte: There are no have nots. Met andere woorden: inspanningen met een communityframe. Het communityframe heeft de volgende kenmerken:
Ik zal toelichten wat ik onder een aanpak met een ‘communityframe’ versta en waarom dat soort initiatieven naar mijn idee effectiever zijn dan interventies die ingekleurd zijn vanuit een zieligheidsframe. Zo’n community-aanpak vraagt vooral om een andere blik op mensen en buurten en de kracht van gemeenschappen. Als je kijkt naar wat mensen gelukkig maakt, kom je overal in de wereld ongeveer dezelfde principes tegen.
Aan het communityframe liggen 5 principes ten grondslag:
Het zijn zaken waardoor mensen een volwaardiger, rijker leven kunnen leiden en zich daardoor minder eenzaam voelen. Kijk maar bij jezelf. Als je je alleen, verdrietig of niks waard voelt. Vaak ontstaat er verlichting of troost, fleur je op of word je uit je slecht humeur gehaald als één van deze principes zich laat gelden. Voor het in praktijk brengen van deze principes zijn geen programma’s en geen professionals nodig. We zijn allemaal dol op verhalen en films waar deze vijf principes de rode draad zijn. En daardoor een volwaardiger, rijker leven kunnen leiden en, dat ook, zich daardoor minder eenzaam voelen. Verhalen over gemeenschapskracht, over het kleine leven, kleine acties, gebeurtenissen, toevallige ontmoetingen, die het leven van mensen positief veranderen. Gewoon doordat mensen zich ergens thuis voelen, erbij horen, elkaar ontmoeten, verschil maken in iemands leven, anderen helpen om tot hun recht te komen en daardoor zelf ook een rijker leven krijgen.
Loneliness is not the absence of programmes, but of a sense of belonging and having valued roles in community (non-professionalised) life and life in general (citizenship), the solution therefore is found in community building at neighbourhood level, not in loneliness surveys.
Cormac Russell – internationale trainer ABCD, community builder en directeur van Nurture Development.
Wat ga je anders doen als buurtwerker en buurtmaker als je een eenzaamheidsaanpak wilt inruilen voor het bouwen aan lokale gemeenschappen? Er zijn allerlei initiatieven te vinden – ook in de anti-eenzaamheidsprogramma’s – die als uitgangspunt het verbinden van mensen hebben, het op gang brengen van meer onderlinge relaties en sociale samenhang. En je kunt ook als beleidsmaker, maatschappelijke initiatiefnemer, bestuurder, sociaal werker besluiten om je plannen en acties op deze principes te stoelen en je eenzaamheidsaanpak inruilen voor community building. Werken aan gemeenschapszin, aan meer sociale, gelijkwaardige contacten tussen mensen in een buurt, aan buurtgemeenschappen, aan het ontginnen van talenten van mensen en buurten. Ongeacht of ze zich eenzaam of niet eenzaam voelen.
Om vereenzaming tegen te gaan, kun je het beste alle programma’s en projecten overboord gooien en in plaats daarvan aansluiten bij de alledaagse micro-samenleving in buurten en dorpen. Vanuit de intentie dat je met alles wat je doet een context wilt creëren die uitnodigt tot interactie. Ongeacht of het buurtprojecten en –activiteiten zijn, het oplossen van conflicten, de bouw van nieuwe woningen, het inrichten van de openbare ruimte. Ga alles zo richten dat mensen elkaar tegenkomen, met elkaar in gesprek raken, elkaar nader leren kennen, volgens het motto van de bekende community builder Jim Diers: ‘The best value of a project is not the project, but bringing people together.’
Of je nou vanuit een maatschappelijke organisatie, sociaal werk, de GGZ of een sociaal wijkteam in een buurt werkt: stop met inhoudelijke prestatieafspraken en doelstellingen en stel als enige doel dat er meer ontmoetingen, betekenisvolle relaties en vriendschappen in die buurt ontstaan. Uit onderzoek van Anja Machielse – bijzonder Hoogleraar Kwetsbare ouderen – komt naar voren dat betekenisvolle relaties het meeste ontbreken bij sociaal geïsoleerde mensen. Betekenisvolle relaties dragen volgens Machielse bij aan meer zelfvertrouwen en zelfregie. Als kenmerken van betekenisvolle relaties noemde zij in haar oratie vertrouwdheid, onderlinge steun en het kunnen tonen van kwetsbaarheid.
Mensen die anders zijn, sociaal niet handig, vallen er in een gemeenschap het snelst uit. Wie wil er nou naast iemand zitten die stinkt? Of iemand naast zich hebben wonen die zo nu en dan uit zijn dak gaat, omdat hij in een psychose zit? In het werk tegen eenzaamheid gaat het er ook om dat je met elkaar aan buurtgemeenschappen bouwt waar ook mensen welkom zijn die afwijken van wat normaal is. Niet vanuit medelijden, maar vanuit het besef dat iedereen iets bij te dragen heeft. Dat vraagt om anders kijken. Naar wat iemand wel heeft in plaats van niet. Wat iemand graag doet, nog wel kan, welke verborgen verlangens iemand heeft. Eenzaamheid ontstaat vaak doordat er geen beroep gedaan wordt op wat iemand te bieden heeft en iemand niet meer van betekenis kan zijn.
Hulpverleners werken vaak op basis van de tegenstelling ‘kwetsbaar en krachtig’ en het idee dat je mensen beter moet maken en ergens van af kunt helpen door interventies en hulpverleningstrajecten. Hun focus ligt dan ook op het traceren en willen oplossen van problemen. Vraag is hoe effectief dat is, zeker als het om eenzaamheidsproblemen gaat. Community builders werken vanuit de overtuiging dat persoonlijke relaties en vriendschappen en zorgzame en open gemeenschappen van grotere betekenis kunnen zijn in iemands leven dan hulpverleningstrajecten of liefdadigheidsprojecten. Zeker als dat op basis van de genoemde geluksprincipes gaat. Je kunt als hulpverlener iemand als eenzaam diagnosticeren en hem vervolgens mee laten doen met een groepsactiviteit of aan een maatje koppelen. Maar echte verandering ontstaat pas als iemand zich gekend voelt en zich erbij voelt horen. Bij een club, een setting, die aansluit bij wat voor hem of haar belangrijk is.
Als bewoner, buur of maatschappelijk initiatiefnemer kun je, zonder veel moeite, allerlei dingen doen die mensen in je omgeving helpen om zich meer gezien en minder eenzaam te voelen. Bijvoorbeeld iedereen groeten en bewust een praatje maken met mensen die je regelmatig tegenkomt, ook als professional. Je kunt ook op zoek gaan naar ‘haakjes’ in je eigen buurt om het leuker met elkaar te krijgen in het dagelijkse leven. Bijvoorbeeld door ook mensen die er nu niet bij horen uit te nodigen zich te laten zien. Begin met jezelf en je buren andere vragen te stellen, zoals
Misschien ontdek je dat het je leven rijker maakt als je meer met mensen te maken krijgt die anders zijn dan de rest van je sociaal netwerk, mensen met wie je normaal gesproken niet zo makkelijk contact zou zoeken.
Eenzaamheid blijft alleen dán een volksziekte als wij dat met elkaar laten gebeuren. Geen expert of hulpverlener kan hier wat aan veranderen en ook de oproep om eenzame ouderen een warm hart toe te dragen, biedt geen soelaas. Betekenisvolle relaties, iets zinvols kunnen bijdragen, tot je recht komen en erbij horen, dat maakt verschil. Laten we er in buurten werk van maken dat iedereen bij kan dragen aan en onderdeel wordt van het buurtleven. En laten we stoppen met investeren in anti-eenzaamheidsprogramma’s waarbij vrijwilligers worden gezocht om het leven van eenzame mensen te verlichten.