Het is tijd voor een ”radicaal andere benadering” van wijkaanpak. Een wijkaanpak waarbij gemeenschapskracht centraal wordt gesteld en niets meer gebeurt zonder bewoners. Misschien is nog de meest ingewikkelde stap, om het frame van zwakke wijken en hulpeloze bewoners los te laten. Dat kan beter vanuit de kracht van buurten zelf gebeuren – van binnenuit dus, in plaats van buitenaf.
1. Gebruik andere uitgangspunten
Door uit te gaan van andere uitgangspunten is met een wijkaanpak is veel meer te bereiken. Onder andere doordat er meer buurtkracht en lokale democratie ontstaat:
- De programmamakers zijn de bewoners zelf. Als bewoners zelf als programmamakers gezien worden, zijn ze niet langer consumenten en participanten van verbetermaatregelen, maar buurtmakers. Dan werk je als gemeente en corporatie, als welzijnsorganisatie en zorgaanbieder voor en met buurtmakers. In plaats van als dienstverlener voor een klant, waar de houding ‘u vraagt, wij draaien’ is. Bewoners worden je belangrijkste partner én opdrachtgever bij het bereiken van gezamenlijke doelen: de verbetering van de buurt.
- Bewoners krijgen de ruimte én het mandaat om in hun buurt samen aan de slag te gaan, met ondersteuning van corporaties, gemeente, welzijn. Op basis van wat er al is.
- De gemeente en de corporaties participeren in de buurt en in de initiatieven en plannen van bewoners. In plaats van andersom.
- Het aanbod van bewoners en niet alleen de behoefte in kaart brengen. Vraag naar wat bewoners al doen en wat er al is, in plaats van waar bewoners een bijdrage aan zouden willen leveren.
Maak van deze uitgangspunten meer werk en je bent je als initiatiefnemer van verbeterprogramma’s en wijkaanpakken niet langer bezig om problemen op te lossen. Maar geef je bewoners ruimte en middelen in handen, waarmee niet alleen problemen opgelost worden. Je benut daarmee de positieve krachten in de buurt en geeft buurtmakers positie. Dat draagt er vervolgens aan bij dat niet alleen problemen (anders) opgelost worden. Het leidt er ook toe dat het bestaande sociale weefsel van een buurt ingrijpend en in positieve zin verandert. En dat er meer democratie, zeggenschap en eigenaarschap ontstaan.
2. Werk van binnenuit
In wijken met verschillende uitdagingen en problemen moeten er veel dingen verbeteren. En ja, daar kan de wijk hulp bij gebruiken. Maar door alleen te focussen op de problemen doe je de wijk en haar inwoners echt te kort. De echte oplossing van de problemen komt meestal ook niet van buitenaf, maar van binnenuit. Dat kan je doen door rekening te houden met deze vier punten:
- Het startpunt is hoe mensen nu al zelf hun buurt maken en hoe dat versterkt kan worden, in plaats van alleen te focussen op de tekorten en het bedenken van oplossingen.
- Praat niet alleen over het gemis van kwaliteiten van mensen die de buurt verlaten, de middeninkomens. Natuurlijk moeten hun kwaliteiten behouden blijven voor de buurt. Tegelijkertijd is het net zo belangrijk om de kwaliteiten van de mensen te benutten, die er blijven wonen, ook van de zogenaamde kwetsbare.
- Start bij en met de mensen die er wonen. Niet met een enquête of een behoeftepeiling. Maar door met elkaar in gesprek te gaan. Begin met een ontdekkingstocht naar kwaliteiten en krachten in de buurt, die op het eerste gezicht niet te zien zijn. Dus niet eerst een plan schrijven en vervolgens bewoners betrekken. Stop met het organiseren van stuurgroepen of expertmeetings zonder bewoners.
- Stel andere vragen bij deze ontdekkingstocht, want dan krijg je ook andere antwoorden. Als je vóór mensen denkt en hen indeelt in kwetsbaar en krachtig, krijg je antwoorden die je beeld van de buurt en haar bewoners en je idee van de nodige oplossingen bevestigen. Of dat de beste zijn, is nog maar de vraag.
3. Ga voor blijvende resultaten
Een goede wijkaanpak is geen kwestie van het plegen van interventies en weer door. Voor een goede wijkaanpak is meer nodig.
- Besef dat het om blijvend wijkonderhoud gaat in plaats van een wijkaanpak van een aantal jaren. Wijkaanpak is anders dan een project met een begin en een eind.
- Besef dat bewoners en de gemeenschappen blijven, nadat het interventiegeld en de extra aandacht van professionals en beleid weer op is.
- Besef dat de meeste bewoners niet uit zijn op vernieuwing, maar op het ontwikkelen van meer gezamenlijke buurtkracht, het voortzetten en verduurzamen van hun initiatieven en het behouden en op peil houden van voorzieningen.
- Zet het het ontwikkelen van gemeenschapskracht centraal en maak dat tot doel.
4. Gemeenschapskracht als doel
Als je gemeenschapskracht tot doel maakt, betekent dat onder andere bewoners échte zeggenschap geven en vanuit gelijkwaardigheid samenwerken.
- Professionals doen een stapje terug en bieden ruimte aan bewoners, zodat zij zelf kunnen bepalen wat voor hen het meest belangrijk is om samen aan te pakken.
- Als professional kan je dan aanvullen en bijdragen aan dat wat bewoners in hun buurt en wat de potentiële gemeenschappen niet zelf voor elkaar kunnen krijgen.
- Daarnaast is het raadzaam om structureel in ‘losmakers’ investeren; dat zijn de buurtwerkers, die de kunst van het leggen van positieve verbindingen verstaan. Communitybuilders die vanuit de bewoners werken en niet vanuit de wijkaanpak-opdracht. Die een gewoon alledaags gesprek kunnen voeren én – nog belangrijker – de waarde van in gesprek blijven hoog in het vaandel hebben.
Als corporaties, gemeenten, welzijnsorganisatie en zorgaanbieder voortaan in hun werk aan wijkaanpakken meer uitgaan organische niet-lineaire verander-/transitieprincipes, zoals die van ABCD – Asset Based Community Development – dan gaat de leefbaarheid er in heel veel wijken de komende jaren flink op vooruit.
Dit is een samenvatting van een artikel van Birgit Oelkers.